Een octaaf is God de Vader, een kwart is de Heilige Geest

 

Uit NRC van 15 januari 2007

 

 

 

 

 

Door Marion de Boo

Volgens cantororganist en voormalig conservatoriumdocent muziekgeschiedenis en kerkmuziek dr. Arie Eikelboom had Bach met zijn kerkelijke stukken een diepere bedoeling. Zijn muzikale vondsten, die je soms herkent als ‘typisch Bach’, dienden als gereedschap om Bijbelteksten van passende accenten te voorzien. Eikelboom promoveerde eind vorig jaar in Groningen op een studie naar het motet Jesu Meine Freude.

 

Mooie muziek, toch?

“Bach schreef geen muziek om te behagen! Hij componeerde om God te eren en zijn naaste te beleren. Zijn motet is een praedicatio sonora, een muzikale preek ‘Jesu meine Freude’ is een van de weinige motetten die van Bach bewaard zijn gebleven. Uniek is het dat het niet voor twee koren, maar voor één vijfstemmig koor is geschreven en om een liedtekst gecombineerd met bijbeltekst gaat: enkele verzen uit Paulus’ brief aan de Romeinen. Ik zing deze muziek al jaren met mijn koor. Er is veel over geschreven maar ik heb toch weer nieuwe dingen ontdekt. Je kunt de bedoelingen van Bach niet echt doorgronden zonder je te verdiepen in de theologische achtergronden en muziekbeschouwingen van zijn tijdgenoten. Hoe begrepen zij die bijbelteksten, wat stak daarachter?”

 

Helpt dat?

“Jazeker. Voor Bach waren muziek en theoplogie onlosmakelijk verbonden. Ik ontdekte bijvoorbeeld dat de muzikale intervallen in dit motet een symbolische betekenis hebben. Een octaaf staat voor God de Vader en voor volkomenheid, de kwint verwijst naar de zoon en de kwart naar de Heilige Geest. Muziek was in de middeleeuwen onderdeel van de wiskunde. Men zocht harmonie in de vaste getalsverhoudingen. Een octaaf is één staat tot twee. Een kwint is twee staat tot drie en een kwart is drie staat tot vier. Als je dat samen aanslaat op de piano heb je een volmaakte samenklank, zonder dissonant. De intervallen die Bach in zijn composities gebruikt, zijn theologisch commentaar op de tekst. Als je de tekst en de noten op elkaar legt, klopt het altijd precies.”

 

Alleen in dit motet?

“Dat wil ik verder bestuderen. Wél is me al opgevallen dat de kleine sext die we allemaal kennen uit de Matthäus Passion, in die beroemde aria ‘Erbarme dich’ ook in dit motet steeds gebruikt wordt om te verwijzen naar het goddelijk erbarmen over de toestand van de mensheid.”

 

Dat maakt Bach nog gecompliceerder.

“Inderdaad. Overigens was Bach in zijn tijd al ouderwets. Nog tijdens zijn leven kwam er een Traditionsknick. De Verlichting kwam op, in de loop van de achttiende eeuw groeiden muziek en theologie uit elkaar. Aan het hof zat Frederik de Grote zich stierlijk te vervelen toen Bach er optrad. Zelfs Bach's eigen leerlingen begonnen te zeuren dat die muziek te complex en te langdradig was. Pas in de negentiende eeuw kreeg bach als componist weer waardering, maar intussen waren veel van zijn composities verloren gegaan. Drukwerk was vroeger erg duur.”

 

Arie Eikelboom